Veelgestelde vragen

Op deze pagina vind je de meest gestelde vragen over het Beter Gezond-programma, speciaal voor deelnemende ziekenhuizen. Hier worden belangrijke onderwerpen en praktische informatie behandeld die kunnen helpen bij de implementatie en het gebruik van het programma.

Algemeen

Wat is het Beter Gezond-programma?
Het Beter Gezond-programma ondersteunt ziekenhuizen bij het integreren van leefstijlzorg in de dagelijkse praktijk. Het programma biedt zorgprofessionals geaccrediteerde e-learningmodules waarin ze leren hoe effectieve leefstijlgesprekken kunnen voeren. Daarnaast kunnen zorgprofessionals in een veilige omgeving ervaring opdoen met VR-gesprekstraining. Via Beter Verwijs krijgt de zorgverlener concreet handelingsperspectief en kan hij of zij patiënten direct of indirect aanmelden voor lokaal, regionaal of online leefstijlaanbod.

Het programma is bedoeld voor ziekenhuizen die naast reguliere zorg meer aandacht willen besteden aan preventie en leefstijlzorg, en deze ook praktisch willen implementeren in de dagelijkse zorgaanpak in het ziekenhuis. 

Onderzoek toont aan dat zorgverleners vaak barrières ervaren, zoals gebrek aan kennis, tijd en tools om effectief leefstijl te bespreken met patiënten. Ook vinden ze het lastig om patiënten door te verwijzen naar passende leefstijlzorg. Het Beter Gezond-programma biedt oplossingen voor deze uitdagingen. Het stelt zorgverleners in staat om leefstijlgesprekken te voeren en snel door te verwijzen in de beperkte tijd die er is. Het programma helpt ziekenhuizen de leefstijlzorg te verbeteren, wat bijdraagt aan de gezondheid van patiënten en het verlichten van druk op de zorg. Bovendien draagt het bij aan de IZA-doelen die vanaf 2025 vereisen dat zorgverleners leefstijlondersteuning bieden.

Tussen juni 2024 en juli 2027 nemen 42 ziekenhuizen deel aan het programma. Voor een actueel overzicht van de deelnemende ziekenhuizen, klik hier: www.betergezond.nl/deelnemendeziekenhuizen

Het programma loopt van juni 2024 tot juli 2027. Gedurende deze periode wordt het programma geïmplementeerd in 42 ziekenhuizen, met een doorlooptijd van 1,5 jaar per ziekenhuis. Ieder ziekenhuis heeft 3-6 maanden voorbereidingstijd nodig om de e-learning, VR-training en het Beter Verwijs-platform te implementeren, waarna het ziekenhuis nog 1 jaar actief deelneemt aan het programma.

Deelname

Ziekenhuizen kunnen zich aanmelden via deze link: www.betergezond.nl/aanmeldformulierziekenhuizen. Na aanmelding wordt er contact opgenomen door de programmamanager voor een oriënterend gesprek.

 

Voor een succesvolle implementatie dient een ziekenhuis zich te committeren aan het Beter Gezond-programma. Beter Gezond vraagt de Raad van Bestuur van het ziekenhuis om een Letter of Commitment te overleggen. In deze brief bevestigt het ziekenhuis dat er een projectleider wordt aangesteld voor minimaal één dag per week gedurende 1,5 jaar (voorbereiding en implementatie).
Daarnaast wordt toegang tot het EPD vereist voor de integratie van Beter Verwijs en is toestemming nodig om de e-learning- en VR-training te koppelen aan het Learning Management Systeem (LMS) van het ziekenhuis.

De doelstelling is om zoveel mogelijk patiënten te ondersteunen in hun leefstijl en hen verwijsopties te bieden. Om de impact van het programma te meten, is het doel van ieder ziekenhuis om zes maanden na de start van het programma 50% van de zorgverleners te scholen via e-learning, VR-training en Beter Verwijs te laten gebruiken. Dit geldt voor zorgverleners die één-op-één gesprekken met patiënten voeren in een poliklinische setting. Na één jaar moet dit percentage zijn gestegen naar 70%. Het bereiken van patiënten via andere medewerkers is een subdoel, waarvoor geen aparte doelstelling geldt. De scholing en het verwijsplatform zijn echter voor alle zorgprofessionals (niet alleen poliklinische medewerkers) binnen het ziekenhuis beschikbaar. Het aantal verwijzingen is geen doel op zich, maar dient als graadmeter om te zien of het leefstijlgesprek binnen het ziekenhuis steeds meer wordt gevoerd.

De e-learning, VR-gesprekstraining, verwijzen via Beter Verwijs, ondersteuning in communicatie/campagnemiddelen en ondersteuning vanuit de programmamanager zijn kosteloos voor ziekenhuizen dankzij de subsidie van de AFAS Foundation. Er zijn echter wel beperkte kosten voor deelnemende ziekenhuizen, vooral in de tijdsinvestering van de projectleider en interne betrokkenen, zoals bijvoorbeeld een communicatieadviseur, ICT-specialist en medewerker LMS, die de projectleider ondersteunen. Daarnaast kunnen er kosten zijn voor het onder de aandacht brengen van het programma bij de doelgroepen.

Implementatie

De implementatie van het programma wordt gecoördineerd door de aangestelde projectleider in het ziekenhuis. Omdat elk ziekenhuis verschillende strategische prioriteiten heeft, wordt de exacte invulling en volgorde van de planning bepaald door de projectleider en programmamanager van Beter Gezond. De planning van de grootste mijlpalen, zoals de start en doelstellingen staan wel vast.

De implementatie begint zodra het ziekenhuis definitief is goedgekeurd voor deelname, dit wordt het startmoment genoemd. Vanaf dat moment heeft de projectleider 3 tot maximaal 6 maanden de tijd om de voorbereidingen te treffen en zorgverleners en andere betrokkenen goed te informeren over wat er gaat komen. De officiële ‘kick-off’ vindt uiterlijk binnen zes maanden plaats. Dit is de dag waarop de e-learning, VR-training en Beter Verwijs beschikbaar en gekoppeld zijn, en de eerste zorgverleners daadwerkelijk kunnen starten met de scholing.

Nee, het programma wordt als geheel geïmplementeerd. Alle onderdelen, inclusief e-learning, VR-training en Beter Verwijs, dienen tegelijkertijd beschikbaar gesteld te worden voor zorgverleners in het ziekenhuis. Het is sterk aan te bevelen dat de VR-training zo kort mogelijk na de e-learning wordt voltooid om zo de opgedane kennis zo snel mogelijk toe te kunnen passen in de praktijk.

Alle zorgverleners, zoals artsen, verpleegkundigen, paramedici en anderen medewerkers die direct met patiënten werken kunnen deelnemen aan het programma.

De projectleider is verantwoordelijk voor de coördinatie van de implementatie binnen het ziekenhuis gedurende 1,5 jaar. Dit omvat het faciliteren van communicatie, het zorgen voor de beschikbaarheid van scholing en het bewaken van de voortgang om de doelstellingen van het programma te behalen.

Het is belangrijk om als projectleider nauw samen te werken met de communicatieafdeling om effectieve communicatiekanalen op te zetten voor elke fase van het programma. Ook de samenwerking met de IT-afdeling is essentieel, bijvoorbeeld voor de integratie met systemen zoals het EPD en LMS. Het is daarnaast belangrijk dat de projectleider het programma een prominente plek binnen het ziekenhuis geeft. Het succes van de implementatie hangt voor een groot deel af van de betrokkenheid van zowel zorgpersoneel als het management. Zet de meest enthousiaste medewerkers in als ambassadeurs van het Beter Gezond-programma!

Een goed communicatieplan, opgesteld door de projectleider in samenwerking met de communicatieafdeling van het ziekenhuis, vormt een belangrijk startpunt. Het betrekken van zorgverleners begint met het duidelijk uitleggen van de voordelen van het programma en hoe het hen kan ondersteunen in hun dagelijkse werkzaamheden. Zet de meest enthousiaste collega’s in als ambassadeurs van het Beter Gezond-programma!

De programmamanager ondersteunt de projectleider in de coördinatie van de implementatie. Hij biedt sturing en begeleiding, zorgt voor de beschikbaarheid van benodigde middelen en bewaakt en monitort de voortgang van de gestelde doelen van het ziekenhuis. De programmamanager houdt nauw contact met de projectleider, houdt vinger aan de pols, stuurt bij waar nodig en organiseert regelmatig meetings met andere projectleiders om kennis en ervaringen uit te wisselen. Daarnaast zorgt de programmamanager voor het opstellen van duidelijke documenten en handvatten om het ziekenhuis te ondersteunen bij de uitvoering van het programma op diverse gebieden.

Iedere projectleider is zelf verantwoordelijk voor het meten van de voortgang in het ziekenhuis, het bijhouden van de deelname aan trainingen en het gebruik van Beter Verwijs. Er vinden daarnaast regelmatig evaluatiemomenten plaats tussen de projectleider en programmamanager van Beter Gezond om de voortgang te monitoren.

Communicatie

Gedurende de drie jaar van het programma worden er verschillende communicatiemomenten aangegrepen om algemene informatie en voortgang met betrekking tot het programma te delen. Dit kan onder andere bestaan uit persberichten, nieuwsberichten en het ophalen van ervaringsverhalen van deelnemende ziekenhuizen die zowel voor interne als externe communicatie gebruikt kunnen worden. De programmamanager zorgt ervoor dat projectleiders op de hoogte worden gebracht van belangrijke communicatie-uitingen, zodat ziekenhuizen zich hierop kunnen voorbereiden. 

Zodra een ziekenhuis officieel deelneemt aan het programma, wordt dit zichtbaar op de Beter Gezond-website onder de deelnemende ziekenhuizen: Deelnemende ziekenhuizen – Beter Gezond. Daarnaast wordt er via nieuwsbrieven en sociale media aandacht besteed aan de nieuwe deelnemende ziekenhuizen. In overleg met de projectleiders kunnen er interviews worden afgenomen met medewerkers van het ziekenhuis, zoals projectleiders of de geschoolde zorgverleners, die gebruikt kunnen worden voor zowel interne als externe communicatie.

Naast het interne projectplan voor het ziekenhuis is het communicatieplan een essentieel onderdeel van de voorbereiding en implementatie van het programma. Dit plan vormt de basis voor de voorbereidingen per ziekenhuis en zorgt ervoor dat alle relevante doelgroepen, zoals zorgverleners, patiënten, regiopartners, huisartsen en paramedici, goed geïnformeerd worden. Daarnaast speelt het plan een belangrijke rol in de voorbereiding van de landelijke communicatie over het Beter Gezond-programma en de effectieve inzet van communicatiemiddelen. Bovendien biedt het de programmamanager de nodige updates om het gebruik en de impact van het programma aan de subsidiegever, de AFAS Foundation, te rapporteren.

Het communicatieplan moet duidelijke mijlpalen bevatten, evenals een gedetailleerd overzicht van hoe deze behaald worden, wat de boodschap is en voor wie deze bedoeld is. Het is cruciaal dat het plan zorgvuldig wordt uitgewerkt, zodat alle communicatie goed voorbereid is en op de kick-off dag (en de voorafgaande en latere mijlpalen) effectief ingezet kan worden. Regelmatige updates en actieve betrokkenheid zijn essentieel. Het is belangrijk dat zorgverleners zich ondersteund voelen. Een bewezen effectieve aanpak is het inzetten van ambassadeurs binnen het ziekenhuis. Voor de officiële kick-off kunnen deze ambassadeurs helpen testen en discussiëren over de bewustwording, met als doel zoveel mogelijk zorgverleners te scholen en het leefstijlgesprek daadwerkelijk in de spreekkamer te integreren. Dit helpt ook bij het verwijzen van patiënten wanneer dat nodig is. Het delen van ervaringen van ambassadeurs is een waardevolle manier om collega’s te inspireren en te motiveren. De ervaringen van de projectleiders worden bovendien binnen het programma gedeeld, zodat iedereen van elkaar kan leren.

De primaire doelgroep bestaat uit de zorgverleners in het ziekenhuis, daarnaast is het ook belangrijk om andere betrokkenen, zoals patiënten, samenwerkende partnerziekenhuizen, huisartsen en paramedici, te informeren. De projectleider bepaalt (met de communicatiespecialist) welke doelgroepen in welke fase van de implementatie geïnformeerd moeten worden en neemt dit mee in het communicatieplan.

Beter Gezond biedt communicatiemiddelen voor de eerste fase van de interne bewustwordingscampagne voor zorgverleners. Deze materialen worden in de standaard Beter Gezond-huisstijl geleverd, maar kunnen eenvoudig worden aangepast naar de huisstijl van het ziekenhuis. Voor de vervolgcommunicatie naar zorgverleners of andere doelgroepen, zoals patiënten, regiopartners of paramedici, wordt de programmamanager betrokken, maar deze wordt niet direct gefaciliteerd. De ervaringen van de projectleiders worden binnen het programma gedeeld, zodat iedereen van elkaar kan leren.

E-learning

De e-learning biedt zorgverleners kennis over leefstijlgeneeskunde en effectieve gespreksvoering, speciaal afgestemd op de beperkte tijd die er is in de spreekkamer. Er worden in het Beter Gezond-programma  vier e-learningmodules aangeboden.

De e-learning is beschikbaar in het Nederlands.

Ja, zodra een ziekenhuis deelneemt aan het programma ontvangt het een aantal links van de programmamanager, met daarin voorbeelden en aanvullende informatie over de e-learning, VR-training en Beter Verwijs. 

De e-learning is toegankelijk voor iedere zorgprofessional via het LMS-systeem van het ziekenhuis. Bij de officiële kick-off moet de e-learning beschikbaar zijn in het LMS. Het ziekenhuis bepaalt zelf of zorgverleners de e-learning in eigen tijd of tijdens werktijd kunnen volgen, en welke modules voor welke medewerkers verplicht zijn.

Er zijn vier modules beschikbaar. Eén basismodule en drie vervolgmodules.

De eerste module is de basismodule ‘Leefstijl in de spreekkamer’. Deze module biedt basiskennis en richt zich op het voeren van een leefstijl- en verwijsgesprek en is afgestemd op de beperkte tijd die zorgverleners hebben tijdens een consult (bijvoorbeeld 10, 30 of 60 seconden). Deze basiskennis is nodig om de VR-gesprekstraining te volgen.

De onderwerpen die in deze basismodule aan bod komen zijn:

  • Leefstijlgeneeskunde
  • Gedragsverandering
  • Motiverende gespreksvoering
  • Het leefstijlgesprek met behulp van het Leefstijlroer
  • Gesprekken voeren in beperkte tijd

De drie vervolgmodules, zijn verdiepende modules, bedoeld voor zorgverleners die zich verder willen verdiepen:

  • Leefstijl, gezondheidsvaardigheden en cultuur: van barrière naar gesprek op maat. In deze module wordt ingegaan op de invloed van sociaaleconomische factoren, chronische stress, beperkte gezondheidsvaardigheden en culturele achtergrond op het omgaan met gezondheidsinformatie en -adviezen. Het leert zorgprofessionals persoonsgericht te werken voor effectievere ondersteuning van patiënten. Deze module is gereed.
  • Ontspanning, stress en slaap. Deze module wordt rond april 2025 opgeleverd.
  • Healthy aging en de rol van leefstijl bij ouderen. Deze module wordt rond april 2025 opgeleverd.

Iedere module duurt 60 tot 90 minuten.

Ja, de e-learning is geaccrediteerd.

Na het doorlopen van de e-learning en het behalen van de toets zorgt de Vereniging Arts en Leefstijl voor de administratieve afhandeling van de accreditatiepunten bij de volgende beroepsgroepen:​​​​​​KNMG (ABAN), ADAP, KABIZ, KNGF, KNOV, NAPA, NVAM, Registerplein, V&VN, VSR, FGzPt en KNMP (NVZA).

Binnen het programma zijn er geen plannen om de modules verder uit te breiden.

De vier e-learningmodules zijn voor een periode van één jaar beschikbaar via het LMS-systeem van het ziekenhuis. Dit maakt het voor zorgverleners makkelijk om toegang te krijgen en de modules op hun eigen tempo te volgen. Na dit jaar heeft het ziekenhuis de mogelijkheid om de e-learning aan te blijven bieden via het eigen LMS, tegen bijkomende licentiekosten.

Gedurende de deelname aan het programma zijn er geen licentiekosten voor de vier e-learningmodules. Voor na afloop van het programma zijn de licentiekosten nog niet vastgesteld. Op basis van de ervaringen in 2025 met deze vier modules, ontvangt het ziekenhuis een passend aanbod voor de toekomst.

VR-training

De VR-training maakt gebruik van een geavanceerd systeem waarbij de virtuele patiënt reageert op zowel verbale als non-verbale signalen van de zorgverlener.

  • Authentieke scenario’s: In samenwerking met een expertpanel zijn vier virtuele patiënten ontwikkeld, die representatief zijn voor diverse doelgroepen en relevante aandoeningen en leefstijlproblematiek.
  • Leren door ervaring: De zorgprofessional voert gesprekken met de virtuele patiënt in vijf verschillende scenario’s, waarbij vrije spraak wordt gebruikt. Het draait hierbij niet om theoretische kennis van communicatietechnieken, maar om het daadwerkelijk toepassen van deze technieken in een gesprek. Het verloop van het gesprek hangt af van de manier waarop de zorgverlener communiceert. Bijvoorbeeld, als de zorgverlener een adviesgesprek voert zonder het perspectief van de patiënt te onderzoeken, zal de patiënt niet openstaan voor verdere hulp of doorverwijzing. Deze ervaring helpt zorgprofessionals zich bewust te worden van hun communicatiestijl en het effect daarvan op patiënten.
  • Veilige leeromgeving: Zorgprofessionals kunnen in een veilige setting experimenteren, zonder dat dit gevolgen heeft voor patiënten of dat ze zich beoordeeld voelen door anderen.
  • Persoonlijke feedback: Na elk gesprek ontvangt de zorgprofessional specifieke en persoonlijke feedback over de toegepaste leerdoelen. Indien gewenst, kan de zorgprofessional extra ondersteuning vragen voor bepaalde leerdoelen, waarna tijdens het volgende gesprek ‘just-in-time’ tips gegeven worden om deze doelen verder te verbeteren.

De simulatietraining stelt zorgprofessionals in staat om realistische scenario’s te oefenen met het voeren van effectieve leefstijlgesprekken via Virtual Reality. De training omvat vijf scenario’s, waarin de zorgprofessional interactie heeft met een virtuele patiënt, gebruikmakend van geavanceerde technologie:

  • Interactieve spraak met natuurlijke reacties van de virtuele patiënt
    • Analyse van zowel verbaal als non-verbaal gedrag van de cursist
    • Dynamische aanpassing van het gespreksverloop

Na elk scenario ontvangt de cursist gedetailleerde scores en feedback op de leerdoelen. Scenario’s kunnen worden herhaald en de cursist kan gerichte hulp krijgen bij specifieke leerdoelen. Deze aanpak is vergelijkbaar met rollenspeltraining met actoren, maar de VR-technologie maakt het mogelijk om deze training op individuele schaal aan te bieden.

De VR-training is beschikbaar in het Nederlands.

Zorgverleners kunnen de training volgen op basis van de kennis uit de e-learning basismodule. Via het LMS-systeem van het ziekenhuis haalt de medewerker een pincode op. De projectleider zorgt ervoor dat duidelijk is waar en wanneer de VR-bril beschikbaar is voor de medewerker. De medewerker start de training door de pincode (uit het LMS) in te voeren op de VR-bril. Na afloop van de VR-gesprekstraining wordt de voortgang automatisch geregistreerd in het LMS.

 

Beter Gezond biedt gedetailleerde handleidingen bij de VR-brillen waarin zorgverleners stap voor stap wordt uitgelegd hoe de VR-training werkt. Daarnaast wordt er een instructievideo beschikbaar gesteld, die bijvoorbeeld in het LMS kan worden geplaatst. De VR-gesprekstraining start met een introductie, waarin het doel, de werking en de opbouw van de training worden uitgelegd. De cursist oefent met de interactie in Virtual Reality en leert praten tegen de avatar, waarna de eerste oefening kan beginnen.

De VR-training bestaat uit vijf verschillende scenario’s, elk met een andere virtuele patiënt. De scenario’s volgen een logische opbouw: in het eerste scenario wordt de basis van het leefstijlgesprek in beperkte tijd geoefend. De volgende scenario’s bouwen hierop voort en behandelen verdiepende elementen zoals bewustwording en het versterken van motivatie. Er worden vier verschillende virtuele patiënten gebruikt, die variëren in persoonskenmerken, karakter, medische achtergrond en gedragsproblematiek. De zorgprofessional voert gesprekken met deze patiënten vanuit verschillende rollen, zoals longarts of oncologieverpleegkundige. De scenario’s zijn zo ontworpen dat geen specifieke medische kennis nodig is, waardoor ze geschikt zijn voor alle doelgroepen.

De training bestaat uit een introductie en vijf scenario’s. De duur van het gesprek en de uitkomst binnen elk scenario hangen af van hoe de zorgprofessional de communicatietechnieken toepast. Elk scenario kan meerdere keren herhaald worden om de ontvangen feedback toe te passen. Gemiddeld zal elk scenario twee keer doorlopen worden.

  • Introductie (6 minuten)
  • Scenario 1: Het zaadje planten (2 x 4 minuten)
  • Scenario 2: Bewustzijn creëren (2 x 5 minuten)
  • Scenario 3: Leefstijl onderzoeken (2 x 5 minuten)
  • Scenario 4: Omgaan met beperkte gezondheidsvaardigheden (2 x 6 minuten)
  • Scenario 5: Motivatie versterken (2 x 7 minuten)

Totale duur: 60 minuten

De VR-training is succesvol afgerond wanneer elk scenario minimaal één keer is doorlopen en er per training 3 sterren zijn behaald.

Na het voltooien van de training is de zorgprofessional in staat om:

  • Het leefstijlgesprek op een effectieve manier te starten, ondersteuningsopties aan te bieden en gericht door te verwijzen naar passende hulp (Leerdoel: Begeleiden naar leefstijlaanpassing).
  • Op een open en niet-oordelende manier te communiceren door open vragen te stellen en reflectief te luisteren (Leerdoel: Open communicatie).
  • Gesprekstechnieken toe te passen die het bewustzijn van de patiënt vergroten over de eigen leefstijl en de invloed van een gezonde leefstijl op behandeling en herstel (Leerdoel: Bewustzijn creëren).
  • Gesprekstechnieken toe te passen die de motivatie van de patiënt voor leefstijlaanpassing versterken (Leerdoel: Motivatie versterken).
  • De communicatie aan te passen voor patiënten met beperkte gezondheidsvaardigheden (Leerdoel: Taalgebruik afstemmen).
  • Leefstijlgesprekken efficiënt te voeren binnen de beperkte tijd van een consult (Leerdoel: Omgaan met beperkte tijd).

De VR-training is op dit moment nog niet geaccrediteerd. Aangezien de Virtual Reality-training met Kunstmatige Intelligentie een relatief nieuwe ontwikkeling is, hebben accreditatiebureaus zoals KNMG (ABAN) nog geen ervaring met deze technologie. Dit zorgt helaas voor vertraging in het accreditatieproces. Er worden echter volop mogelijkheden onderzocht om de training alsnog te accrediteren.

Ieder ziekenhuis ontvangt twee VR-brillen. Indien het ziekenhuis over eigen VR-brillen beschikt, kunnen deze ook worden gebruikt voor de training.

De VR-gesprekstraining, inclusief de VR-brillen, wordt vanaf de eerste dag van het gebruik van de e-learning, VR-gesprekstraining en het Verwijsplatform voor een periode van één jaar beschikbaar gesteld. Na dit jaar heeft het ziekenhuis de mogelijkheid om de training voor hun medewerkers voort te zetten, waarbij samen met de betrokken partijen wordt gekeken naar mogelijke oplossingen voor een verlenging van de training.

Beter Verwijs

Algemeen

Beter Verwijs maakt het zorgverleners makkelijk om hun patiënten te verbinden met leefstijlprofessionals, paramedici en het sociaal domein. Het platform matcht op onderwerpen zoals voeding, beweging, slaap, mentale gezondheid, ontspanning, roken, alcohol, geldzorgen en eenzaamheid. Gemotiveerde patiënten krijgen zo op het juiste moment een duwtje in de rug om aan de slag te gaan met hun fysieke of mentale fitheid.

Iedere zorgverlener uit de eerste, tweede en derde lijn die een patiënt naast behandelen ook verder wil helpen met zijn of haar leefstijl kan gebruik maken van het platform.

Iedere gemotiveerde volwassen patiënt die beschikt over een e-mailadres en telefoonnummer, ongeacht ziektebeeld of woonplaats kan aangemeld worden op Beter Verwijs.

Als een patiënt gemotiveerd is om met zijn of haar leefstijl aan de slag te gaan kan de patiënt aangemeld worden op Beter Verwijs door een zorgverlener.

De tijd die een aanmelding kost, hangt af van de gekozen optie. De snelste en meest gekozen optie is waarbij de patiënt alleen wordt aangemeld en zelf een keuze maakt voor leefstijlbegeleiding; dit duurt minder dan één minuut. Als er samen met de patiënt een leefstijlbegeleider wordt gekozen, duurt de aanmelding ongeveer 5 minuten.

Beter Verwijs is eenvoudig te gebruiken via de integratie met het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)  in het ziekenhuis. Zorgverleners hebben twee opties:

  • Snelle aanmelding ‘patiënt in regie’: de zorgverlener meldt de patiënt aan bij Beter Verwijs met alleen de naam, telefoonnummer en e-mailadres. De patiënt ontvangt een e-mail en kan zelfstandig een keuze maken voor leefstijlbegeleiding, waardoor hij of zij volledige regie heeft over of er een keuze wordt gemaakt en welke keuze dit dan is. Deze optie is geschikt voor digitaal vaardige patiënten die zelf hun keuze kunnen maken. De aanmelding duurt maximaal één minuut.
  • Samen met de patiënt kiezen: De zorgverlener doorloopt samen met de patiënt de stappen om direct een keuze te maken voor een leefstijlbegeleider. Hiervoor worden extra gegevens gevraagd, zoals postcode, leeftijd, gewicht, lengte en het gewenste leefstijlthema. Deze optie duurt ongeveer 5 minuten.

De gekozen leefstijlbegeleider ontvangt een notificatie en heeft 7 werkdagen de tijd om de aanmelding te accepteren of af te wijzen. De aanbieder neemt gedurende of na die 7 werkdagen contact op met de patiënt. Als de aanmelding wordt geaccepteerd, krijgt de patiënt hiervan een e-mail. Wordt de aanmelding afgewezen? Dan ontvangt Beter Verwijs hiervan een melding en wordt (samen met de patiënt) gezocht naar een andere aanbieder.

De leefstijlbegeleider ontvangt de naam, het e-mailadres, telefoonnummer, geslacht, lengte, gewicht en BMI van de patiënt en indien door de patent is ingevuld de motivatie of bijzonderheden. Een verwijzing bevat geen medische gegevens.

De zorgverlener kan via het eigen account inzicht krijgen in de status van de verwijzing.

Aanbod

Beter Verwijs biedt een breed scala aan begeleiding gericht op leefstijl en sociaaleconomische vraagstukken, zoals voeding, beweging, slaap, mentale gezondheid, alcoholgebruik, roken, geldzorgen, eenzaamheid en zingeving. Het aanbod komt uit zowel het paramedisch als sociaal domein en omvat individuele en groepsbegeleidingen. Deze kunnen zowel online als offline plaatsvinden en worden vergoed door zorgverzekeraars of gemeenten. Het ziekenhuis zorgt ervoor dat er minimaal aanbod is van paramedici en sociaal domein binnen hun adherentiegebied, waarmee Beter Verwijs het aanbod aanvult. Het basisaanbod bestaat uit:

  • Paramedisch: fysiotherapie, diëtist, (slaap)oefentherapie, GLI (diverse programma’s) en stoppen met roken-programma’s.
  • Sociaal: buurtsportcoach, budgetcoach, welzijnscoach.

Naast het basisaanbod zijn er meer leefstijlbegeleidingen beschikbaar, zoals bijvoorbeeld mindfulness-experts of gewichtsconsulenten.

Om het beschikbare aanbod te zien is een daadwerkelijke aanmelding / verwijzing nodig. Het beschikbare aanbod van Beter Verwijs verandert dagelijks doordat nieuwe aanbieders zich aanmelden, anderen tijdelijk afwezig zijn, of hun werkzaamheden beëindigen, in die gevallen worden ze ook niet getoond. Zorgverleners kunnen het actuele aanbod bekijken door een (fictieve) aanmelding / verwijzing te doen en een postcode in te vullen. Het platform toont dan de beschikbare opties in de regio.

Een zorgverlener hoeft niet op de hoogte te zijn van het volledige aanbod. Het platform toont automatisch de beschikbare aanbieders op basis van de postcode van de patiënt, wat per patiënt en per week kan verschillen. Het is wel handig om te weten welk type basisaanbod beschikbaar is, zoals diëtisten, fysiotherapeuten, GLI-Beweegkuur, CooL, Samen Sportief in Beweging, SLIMMER, Xfittt, (slaap)oefentherapie, stoppen met roken-programma’s, buurtsportcoaches, welzijnscoaches of budgetcoaches. De exacte aanbieders zijn niet volledig bij te houden, omdat het continu varieert. Bovendien heeft de patiënt in de meeste gevallen zelf volledig de regie, omdat ze vaak alleen worden aangemeld en vervolgens zelfstandig (thuis) een keuze maken in een leefstijlthema, type begeleiding én vervolgens een aanbieder.

Iedere aanbieder in het paramedisch of sociaal domein kan zich registreren op Beter Verwijs, zolang ze voldoen aan de deelnamevoorwaarden. De projectleider kan de programmamanager een lijst aanleveren van partners die nuttig zijn om aan het platform te koppelen, omdat er vaak al naar deze aanbieders wordt verwezen. Het is dan aan die aanbieders of zij zich ook daadwerkelijk willen verbinden. Beter Gezond of het ziekenhuis zelf kan hen informeren over de mogelijkheid om deel te nemen. Het registreren als aanbieder is eenvoudig via Beter Verwijs.

Er is enige overlap tussen de Sociale Kaart en Beter Verwijs. De fijnmazigheid van het aanbod op de Sociale Kaart is echter zo gedetailleerd dat het niet volledig kan worden overgenomen door Beter Verwijs. Het uitgangspunt van Beter Verwijs is dat het alleen interventies aanbiedt die vergoed worden in het paramedisch en sociaal domein. In iedere gemeente wordt veel aangeboden, wat ook mooi zichtbaar is op de Sociale Kaart. Het is goed om te weten dat er wel een verbinding is tussen de Sociale Kaart en Beter Verwijs, maar deze is indirect, waardoor deze minder zichtbaar is.

Bijvoorbeeld, een patiënt weet vaak dat hij/zij meer wil bewegen, maar kent niet alle mogelijkheden in de buurt. Om de patiënt hierin te ondersteunen, heeft Beter Verwijs inmiddels (januari 2025) 70% van de buurtsportcoaches in de gemeenten op het platform staan. Zij helpen inwoners in de gemeente en wijken om passend sport- en beweegaanbod te ontdekken. Daarnaast ondersteunen zij mensen die eenzaamheid ervaren en graag weer actief willen deelnemen aan sociale beweegactiviteiten. Ook kunnen zij direct advies geven over mogelijke subsidies voor mensen met een beperkt budget. De buurtsportcoach heeft bovendien contact met de budgetcoach en opbouwwerker, waarmee we ook bezig zijn deze op Beter Verwijs te integreren.

Iedere patiënt kan kiezen uit het basisaanbod: fysiotherapie, diëtetiek, GLI, (slaap)oefentherapie, stoppen met roken, buurtsportcoach, welzijnscoach en budgetcoach. Ook als dit niet direct getoond wordt als resultaat. Als er geen resultaat wordt weergegeven, kan er om hulp worden gevraagd. Beter Verwijs zoekt dan naar een aanbieder in de buurt van de patiënt, maar dit geldt alleen voor het basisaanbod. 

Hoe het werkt: stel, een patiënt zoekt hulp van een diëtist (basisaanbod), maar na het invoeren van de postcode wordt er geen diëtist weergegeven. Met één druk op de knop kan de aanvraag alsnog worden ingediend. Beter Verwijs zoekt vervolgens in de regio naar een diëtist en zorgt dat deze contact opneemt met de patiënt. Als er geen diëtist werkzaam is in de omgeving of er is geen plek, bekijken we samen met de patiënt of een andere vorm van begeleiding passend is. Zo zorgen wij ervoor dat iedere patiënt wordt geholpen.

Het aanbod wordt dagelijks gemonitord door onze Customer Success Manager om ervoor te zorgen dat het platform actueel blijft en aanmeldingen goed aankomen bij de aanbieders. Dit is belangrijk, omdat aanbieders in het paramedisch en sociaal domein regelmatig veranderen.

De kwaliteit wordt gewaarborgd doordat de leefstijlbegeleidingen gefinancierd worden door zorgverzekeraars of gemeenten. In de toekomst wordt onderzocht of een erkenningstraject door het RIVM Loket Gezond Leven kan bijdragen aan de versterking van de kwaliteitsborging, ook voor interventies die (nog) niet vergoed worden.

Het aanbod van alle aanbieders wordt (deels) vergoed door zorgverzekeraars of gemeenten, waardoor het financieel toegankelijk is voor elke patiënt. Voordat de patiënt een keuze maakt voor een leefstijlbegeleiding, ziet hij of zij duidelijk hoe het programma wordt vergoed, bijvoorbeeld via de basisverzekering of een aanvullende verzekering. Afhankelijk van de verzekering kan er een eigen risico van toepassing zijn.

In 2025 is het voor iedere aanbieder gratis om zich aan te sluiten bij Beter Verwijs. Er zijn geen licentiekosten of kosten per aanmelding of verwijzing. Voor aanbieders in het sociaal domein blijft deelname kosteloos, terwijl voor het paramedisch domein 2025 wordt gebruikt om met koepelorganisaties en individuele aanbieders in gesprek te gaan. Het doel is om een nieuw, passend prijsmodel voor 2026 vast te stellen.

Doelstellingen en voorwaarden

Ja, bij deelname aan het Beter Gezond programma committeert het ziekenhuis zich aan integratie van Beter Verwijs in het EPD.   

Naast het commitment om het platform via het EPD beschikbaar te stellen voor zorgverleners, wordt verwacht dat zorgverleners Beter Verwijs minimaal ervaring gaan opdoen met het platform en het gaan uitproberen. Het platform is ontwikkeld om zorgverleners na een gesprek handelingsmogelijkheden te bieden en patiënten te kunnen verwijzen. Tijdens de e-learning en VR-training zullen ook geïnformeerd worden over de verwijsoptie via Beter Verwijs.

De projectleider is verantwoordelijk voor een tijdige integratie met het EPD en goede communicatie over de mogelijkheden en voordelen van Beter Verwijs. Het is belangrijk om zorgverleners voldoende tijd en ruimte te geven om het systeem te leren kennen en daadwerkelijk te gebruiken. Het kan daarom goed zijn om regelmatig follow-up sessies te organiseren om te bespreken hoe het gebruik van het platform verloopt en waar verbeteringen nodig zijn. Deze wensen kunnen worden gedeeld met de programmamanager.

Overige

Beter Verwijs is gecertificeerd met NEN 9010, dit betekent dat het platform voldoet aan de Nederlandse norm NEN 9010, die specifiek gericht is op digitale gegevensuitwisseling in de zorg. Deze norm beschrijft de eisen voor veilige en betrouwbare elektronische communicatie tussen zorgverleners en systemen, met het oog op privacy, veiligheid en interoperabiliteit van gegevens. De NEN 9010-certificering geeft aan dat het platform voldoet aan bepaalde standaarden en richtlijnen voor het delen van gegevens, zoals patiëntinformatie, op een manier die voldoet aan de wetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het doel van deze norm is om de kwaliteit en betrouwbaarheid van digitale uitwisselingssystemen in de zorg te waarborgen, zodat zorgverleners en patiënten op een veilige manier met elkaar kunnen communiceren.

Ja, zoals iedere zorgverlener in het ziekenhuis Beter Verwijs kan gebruiken kunnen ook de medewerkers van het ziekenhuis leefstijlzorgloket gebruik maken van Beter Verwijs.

Beter Verwijs werkt momenteel niet samen met andere platforms, maar onderzoekt mogelijkheden voor koppelingen en wederzijdse verwijzingen, zodat de effectiviteit en het bereik van de dienstverlening versterkt wordt voor zowel patiënt, aanbieder als zorgverlener.

Beter Verwijs verbindt het medische domein met het paramedisch en sociaal domein, en biedt daarmee een integraal leefstijlaanbod dat gericht is op diverse gezondheids- en welzijnsaspecten van de patiënt. Het platform bevat een uitgebreide catalogus van leefstijlzorg en sociale ondersteuning, met aandacht voor zowel leefstijl- als sociaaleconomische vraagstukken. Dit betekent dat thema’s zoals eenzaamheid, geldzorgen en laaggeletterdheid ook aan bod komen. Dankzij het landelijke dekkende aanbod, zowel lokaal, regionaal als online, kan iedere patiënt, ongeacht woonplaats of ziektebeeld geholpen worden. Patiënten hebben de regie en kunnen zelf hun keuze maken uit beschikbare opties. Daarnaast is het platform geschikt voor zowel eerste als tweede lijn en kan het in de toekomst ook door andere doelgroepen gebruikt worden. Het platform is daarmee landelijk uit te rollen en op te schalen.

Meer informatie over Beter Verwijs, het gebruik van het platform, de mogelijkheden en het aanbod is te vinden op: www.beterverwijs.nl  

Scroll naar boven